De Arnhemse artiest Lavalu staat op 4 november met haar nieuwe show in Musis. Wij vroegen de zangeres hoe het is om voor duizenden mensen op te treden (tijdens Het Pauperparadijs) en nu met Solitary High voor een intieme setting te gaan.
Hoe is het om als Arnhemse op te treden in Arnhem?
“In mijn thuisstad optreden; daar doe ik het wel een beetje voor. Hier kennen mensen mij en mijn werk. En hier in Arnhem, in de prachtige oude zaal van Musis, heb ik mijn album mogen opnemen. Leuk dat ik hem op 4 november integraal ga spelen in de níeuwe zaal. De cirkel is dan rond. Solitary High zie ik als mijn eerste plaat op wereldniveau en die wil ik juíst in Arnhem laten zien. Ik ben zo in mijn eigen schoenen geland met deze nieuwe stijl dat ik niet kan wachten om dit met het Arnhemse publiek te delen.”
Zo sta je voor duizenden mensen tijdens theaterspektakel Het Pauperparadijs en nu solo met een intieme voorstelling. Hoe voelt dat?
“Het Pauperparadijs voelde als mijn ‘Freddie Mercury-momentje’. Rennen over een immens podium en fiks theatraal uitpakken. Ik heb deze zomer gewoon een sixpack ontwikkeld met alleen zingen! Nu ga ik solo aan de vleugel op tour. Ik ben al sinds mijn derde levensjaar intensief verbonden met de piano en nu − 35 jaar later − laat ik voor het eerst echt mijn band met dat instrument zien. Dat voelt alsof ik iets heel persoonlijks met het publiek mag delen.”
Waar gaat Solitary High over?
“Als je Solitary High beluistert met een koptelefoon, waan je je naast me op het pianobankje terwijl ik je dingen influister die eigenlijk niemand mag weten. De bewegingen op het klavier zijn gebaseerd op de oude meesters, maar de zang is helemaal van nu. Of zoals mijn oppas het zo leuk samenvatte toen ze het dromerige piano-intro van het lied Waiting voor het eerst hoorde: “Ohhh, wat heerlijk dat jij dan gaat zingen en niet een operazangeres!”
Wat is jouw favoriete muzikale Arnhemse plekje?
“Die vierkante meter waar de pianokruk staat voor de mooiste Steinway-vleugel van de stad: die van Het Gelders Orkest in Musis. Als ik in zo’n vleugel kon wonen, zou ik het doen!”