Voor een Brabants meisje dat in Amsterdam woont is José Teunissen verrassend betrokken bij modestad Arnhem. Mode vormt namelijk de rode draad in haar leven. José is lector bij ArtEZ, schrijft boeken, geeft lezingen en richt als museumcuratortentoonstellingen in. Binnenkort reist ze daarvoor zelfs naar China.
Interview: Nicole Beaujean
Fotografie: Eva Broekema
Ze studeerde Nederlands en Filmwetenschappen in Nijmegen, waar ze op haar achttiende vanuit het Brabantse Boekel ging wonen. Toen al kwam José Teunissen (1959) veel in Arnhem, waar haar zus studeerde aan de kunstacademie, inmiddels ArtEZ. In 1990 verhuisde ze naar Amsterdam om filmwetenschappen te gaan doceren aan de UvA. “Ik ben me steeds meer gaan verdiepen in mode. Mode is de spiegel van onze maatschappij en een belangrijk onderdeel van de hedendaagse visuele cultuur. Het is een thema dat serieuze studie verdient.”
Viktor & Rolf
Maar zo’n studie bestond destijds nog niet. Pas met de opkomst van Arnhemse ontwerpers als Viktor & Rolf en Alexander van Slobbe ontstond landelijk professionele interesse voor het vak. Intussen zocht het Centraal Museum in Utrecht iemand om de modeafdeling van het museum nieuw
leven in te blazen. Het beroep ‘modeconservator’ was geboren. “Ik geniet ervan om tentoonstellingen in te richten. Volgende week reis ik af naar China voor de expositie ‘The Future of Fashion’, in aansluiting op het gelijknamige boek. Mijn boek is inmiddels ook vertaald in het Chinees, Kantonees en Mandarijn. Nog steeds houd ik van de combinatie reizen, research en schrijven.”
Lokale hennepteelt
Terug naar Arnhem. Mag onze stad de eretitel ‘modestad van Nederland’ nog wel dragen? “Om modestad te blijven is het belangrijk om ‘centre of expertise’ te zijn. Zoals het Arnhemse initiatief Futuremakers, waarin een aantal modevormgevers zich bezighoudt met innovaties in de mode.
Zo zijn we in samenwerking met Industriepark Kleefse Waard en de universiteiten van Wageningen, Eindhoven en Enschede bezig met lokale hennepteelt. We verwerken de ruwe vezels van de hennepplant tot een vezel voor de textielindustrie. Hennep heeft voor de productie van textiel 95(!) procent minder water nodig dan katoen en voor de teelt zijn geen chemicaliën nodig. Hiermee is dit gewas een zeer duurzaam alternatief voor andere natuurvezels.”
Trends en hypes
“Mode blijft een interessant fenomeen. En dan bedoel ik niet al die trends en hypes, maar de geschiedenis, de antropologische aspecten, onderzoek en debat. Tegenwoordig heeft mode een popsterrenstatus. En we mógen ook best trots zijn dat ontwerpers als Trix & Rees, Spijkers & Spijkers, Iris van Herpen en Pauline van Dongen uit Arnhem komen. Zelf kan ik vooral genieten van kleding die mooi gemaakt is en lekker zit. Maar mijn kleerkast puilt zeker niet uit. Ik houd niet eens van winkelen!”
José geeft het [Made in Arnhem]-estafettestokje door aan Kevin Rijke, directeur van Industriepark Kleefse Waard, bedrijventerrein voor vernieuwend, duurzaam en industrieel ondernemen.
“Mode heeft tegenwoordig een popsterrenstatus”